Over mij

Mijn foto
Een goedgevulde boekenkast, de geur van oude boeken... uitnodigend, vol met - mogelijks interessante - wetenswaardigheden. Mijn interesses gaan vooral naar natuurgeneeskunde, meer bepaald homeopathie, craniosacraal therapie en voetreflexologie maar ook naar fotografie, computer en alles wat er in en om een mens heen plaatsvindt.

Homeopathie, de juiste keuze

HOMEOPATHIE
DE JUISTE KEUZE
GEBRUIKERSHANDLEIDING


INHOUD

Wat is homeopathie?

Wat is het verschil met klassieke geneeskunde?

Wat moet de homeopaat weten?

Hoe verloopt een behandeling?

Zelfmedicatie?

Huisapotheek



WAT IS HOMEOPATHIE?
Het was de Duitse arts Samuel Hahnemann die op het einde van de 18e eeuw de homeopathie ontdekte. 
Hij kwam toevallig tot de vaststelling dat een stof die bepaalde symptomen kan veroorzaken bij een gezonde persoon, ook kan gebruikt worden om gelijkaardige symptomen bij een zieke te genezen.
Dit is dan ook de basis van de homeopathie:

SIMILIA  SIMILIBUS  CURENTUR – het gelijke met het gelijkende genezen.


In de praktijk gaat men dus een aantal gezonde personen een middel toedienen (al dan niet in verdunning) om vervolgens al de symptomen die zij ondervinden, op te schrijven, te ‘repertoriseren’.  Deze procedure noemt men ‘provings’.
Deze symptoomlijsten kunnen dan door homeopaten gebruikt worden om voor hun patiënt het juiste geneesmiddel te vinden.

Een tweede kenmerk is dat homeopathische middelen steeds worden ‘verdund’ en ‘geschud’. Het ‘schudden’ wordt in vaktermen ‘dynamiseren’ of ‘potentiëren’ genoemd.  Het is immers deze handeling die de kracht van het middel gaat bepalen.

De bereiding van een homeopathisch middel gebeurt op volgende wijze:

Men vertrekt vanuit een basisoplossing van een product, bvb. de moedertinctuur (alcoholextract van het gebruikte plantendeel) van een plant.
Hiervan doet men 1 deel in een flesje, voegt er 99 delen alcohol/water aan toe en daarna wordt het flesje krachtig een vast aantal keer geschud.
Het resultaat van deze bewerking levert een C1 op van het homeopathische middel
(C = Centesimaal = 1/100).
Van deze C1 neemt men opnieuw 1 deeltje, dat wordt aangevuld met 99 delen alcohol/water en opnieuw volgens hetzelfde procédé wordt geschud.  Nu verkrijgen we een C2. Men gebruikt telkens een nieuw flesje.
Dit proces kan men vele malen blijven herhalen. Homeopaten gebruiken regelmatig verdunning tot C10.000 en zelfs C100.000.
Men kan ook andere verdunningsmethoden gebruiken.
De meest bekende zijn:
            -           Centesimale verdunningen = 1/100. Bvb:  C30 = 30C = 30CH

-          Decimale verdunningen = 1/10. Bvb:  D6 = 6X

-           Korsakoff verdunningen = vergelijkbaar met de C doch verdunningen zijn gemaakt met een éénfles-methode. Bvb:  200K

-          LM verdunningen = 1/50.000. Bvb: LM3 = 3LM = 0/3

Een derde belangrijk punt is dat bij een homeopathische behandeling telkens slechts één middel wordt gebruikt; men zoekt immers het middel dat het best jouw totale ‘ziektebeeld’ omvat.


WAT IS HET VERSCHIL MET KLASSIEKE GENEESKUNDE?
Geneesmiddelen die in de moderne Westerse geneeskunde worden gebruikt, werken vooral symptoombestrijdend.
Men zoekt telkens naar producten die tegen iets werken; er zijn middelen tegen diarree, tegen hoofdpijn, tegen teveel maagzuur, enz…
Daarenboven gebruikt men de gestelde diagnose om daarvan de te nemen medicatie af te leiden.
Bij ‘bronchitis’ geeft men de geneesmiddelen A,B of C; bij ‘keelontsteking’ kiest men K,L of M; bij ‘menstruatiepijn’ overweegt men V,W of X..
Vaak gebruikt men ook verschillende medicamenten bij één ziekte, om verschillende facetten (lees: symptomen) van de ziekte aan te pakken.  Zo kan je bij een stevige verkoudheid bv. een neusspray krijgen voor je verstopte neus, een siroop om je hoest af te remmen en een pijnstiller voor je hoofdpijn.

In de homeopathie bekijkt men ‘ziekte’ op een totaal andere manier.
Een homeopaat gaat kijken naar al je symptomen en gaat deze gebruiken in zijn speurtocht naar jouw geneesmiddel.  Hij zoekt dus naar het middel dat bij proefpersonen dezelfde symptomen teweeg bracht als die waar jij nu last van hebt.
De naam van de ziekte (bronchitis, cystitis, gastralgie, enz…) is dus van geen belang bij de keuze van het geneesmiddel.
Het is immers ook niet echt logisch om geneesmiddelen te verbinden aan de naam van de ziekte; een voorbeeld maakt het wat duidelijker:

We zien enkele mensen die last hebben van een ‘keelontsteking’.
Als we hen vragen welke hun symptomen zijn, dan blijkt dat er sommigen zijn die constant pijn hebben terwijl anderen enkel pijn voelen bij het slikken.  Er zijn er die enkel pijn hebben bij het slikken van voedsel, anderen reeds bij het doorslikken van speeksel.  Sommigen hebben een ‘rauw gevoel’ in de keel, bij anderen zijn de pijnen snijdend ‘als van een mes’.  We horen dat enkelen graag warme thee drinken om de pijn te verzachten terwijl anderen de voorkeur geven aan een ijsblokje.  We zien


mensen die tijdens hun keelontsteking gewoon kunnen verder werken terwijl anderen doodziek, met hoge koorts in bed moeten blijven…

Zou het logisch zijn dat al deze mensen hetzelfde geneesmiddel zouden moeten nemen?  Dat lijkt me niet.

Het komt er dus op aan om de symptomen van de patiënt te bundelen en in overeenstemming te brengen met de symptomen die een geneesmiddel teweeg bracht bij de gezonde proefpersonen.

Het is dus inderdaad perfect mogelijk dat 10 mensen met een ‘keelontsteking’ allemaal een ander homeopathisch middel voorgeschreven krijgen.

WAT MOET DE HOMEOPAAT WETEN?
Uit wat vooraf ging zal je ondertussen begrepen hebben dat al jouw symptomen van belang zijn om het juiste homeopathische geneesmiddel voor jou te vinden.

AL jouw symptomen!

Het komt er dus op aan om je homeopaat zoveel mogelijk informatie te verstrekken.  Het zal niet voldoende zijn om hem te vertellen dat je keelpijn hebt.
Hij zal willen weten wat voor soort pijn je voelt (stekend, brandend, schurend, enz…); waar je precies pijn voelt (links, rechts, achter in de keel, aan het gehemelte, enz…); welke factoren de klachten beïnvloeden - verergeren of verbeteren (warmte, koude, eten, drinken, enz…).
Hij zal je ook vragen hoe of wanneer de klachten begonnen zijn (kletsnat geworden door de regen, langdurig onder een airco gezeten, heel hard geroepen, enz…); of het uitzonderlijk is dat je keelpijn hebt of dat je er frequent last van hebt.

Je kan onmiddellijk zien dat jouw betrokkenheid als patiënt een belangrijke factor is in het welslagen van de behandeling.
Je leert op die manier ook om jezelf goed te observeren tijdens het ziek-zijn; je wordt oplettender en zal sneller veranderingen bij jezelf opmerken.

Als het gaat om chronische aandoeningen dan zal de consultatie al gauw heel wat meer tijd in beslag nemen.  In zulke gevallen zal de homeopaat immers ook geïnteresseerd zijn in je geschiedenis.
Chronische ziekten moeten vaak dieper uitgespit worden om zowel een goed beeld van de huidige klachten te kunnen krijgen, alsook om uit te zoeken hoe de aandoening ontstond en hoe ze chronisch kon worden.
Hierbij zijn verschillende zaken van belang: vroeger doorgemaakte ziekten, traumatische gebeurtenissen (zowel lichamelijk als psychisch), familiale voorgeschiedenis, enz…
De homeopaat gaat als het ware op zoek naar de wortels van je ziek-zijn.

Je kan jezelf dus al wat voorbereiden wanneer je een consultatie bij een homeopaat gepland hebt.

HOE  VERLOOPT  EEN  BEHANDELING?

Eerste consultatie:

Zoals reeds gezegd kan je, als patiënt, een consultatie bij een homeopaat al een beetje voorbereiden.
Je kunt een overzichtje maken van de klachten waarmee je bij hem te rade komt:

            - Begin met je hoofdklachten – datgene waarvoor je eigenlijk een behandeling wenst;
            - Probeer te bepalen hoe/wanneer de klachten begonnen – soms zijn er duidelijke oorzakelijke verbanden te leggen: bv. na een val, na een fietstochtje door de regen, nadat je beste vriendin gestorven is, sinds de ruzie met je baas, vanaf het ogenblik dat je met de anticonceptiepil gestopt bent, enz…
            - Bekijk eens welke factoren of tijdstippen je ziek-zijn beïnvloeden – bv. tussen 16u en 18u worden de klachten erger; als je melk drinkt verminderen de klachten; je voelt je beter wanneer het regent; enz…
            - Zijn er symptomen die telkens samengaan met je hoofdklachten of die net afwisselend verschijnen – bv. telkens als je maagpijn hebt, krijg je ook hoofdpijn; je misselijkheid verdwijnt maar dan krijg je steeds diarree; je klachten verschijnen telkens tijdens de menstruatie; enz…

Deze gegevens zullen in een acute situatie meestal voldoende zijn.

Wanneer het echter om een chronische aandoening gaat, zal de homeopaat graag nog meer informatie hebben. Hij zal willen weten welke aandoeningen je in het verleden nog hebt doorgemaakt, hoe het zat met je kinderziekten, je vaccinaties, hoe het met de gezondheid van je ouders en grootouders gesteld is (was).
Je kan je hierop voorbereiden door een ‘tijdlijn’ te maken waarop je probeert vanaf je kindertijd (eventueel met de hulp van je ouders) een overzicht te maken van alles wat je hebt mee- of doorgemaakt - gezondheidsproblemen maar ook gebeurtenissen of
situaties die op jou een belangrijke invloed hebben gehad – bv. ernstige ziekten, operaties, overlijden van een familielid, het verlies van je job, enz…

Met al deze gegevens zal je de homeopaat al een heel eind op weg kunnen helpen (al zal hij waarschijnlijk nog wel bijkomende vragen stellen).
Hij zal nu op zoek gaan naar het homeopathische middel dat tijdens de ‘provings’ symptomen teweeg bracht die gelijkaardig zijn aan jouw symptomen.

Eens de homeopaat het meest passende middel gevonden heeft, zal hij moeten bepalen in welke verdunning, of ‘potentie’, je het dient te nemen én hoe vaak je een dosis zal mogen nemen.
Ook hier is homeopathie weer zeer verschillend van de klassieke geneeskunde; er bestaan geen standaardpotenties noch standaarddoseringen voor homeopathische middelen.

De initiële keuze van potentie en dosering wordt door de homeopaat gemaakt op basis van een aantal factoren:

            - Is het een acute of een chronische aandoening
            - Betreft het een zeer gevoelige of een minder gevoelige patiënt
            - Welk(e) middel(en) kreeg de patiënt in het verleden reeds
            - De ervaring van de homeopaat
            - Enz…

Wanneer potentie en dosering bepaald zijn, kan de homeopaat je het middel op verschillende manieren voorschrijven.

Sommige homeopaten werken met ‘enkelvoudige doses’ d.w.z. dat je één dosis van het middel dient in te nemen, daarna een bepaalde tijd moet wachten en de homeopaat bij de volgende consultatie op de hoogte moet brengen van de reactie die het middel bij jou teweegbracht. Afhankelijk van jouw reactie wordt dan de verdere strategie bepaald.
Een andere (en naar mijn mening betere) methode is dat de homeopaat je een eerste ‘testdosis’ geeft, na enkele dagen samen met jou bekijkt hoe je hierop gereageerd hebt en afhankelijk daarvan bepaalt welke dosering en met welke frequentie je het middel verder kan innemen.
Je ziet wederom dat jouw feedback zeer belangrijk is om de behandeling zo goed mogelijk op jouw persoon af te stemmen.

Homeopathische middelen kunnen op verschillende wijzen afgeleverd worden. 
Enerzijds heb je de vloeibare vorm waarbij de homeopaat je zal vertellen hoeveel druppels je telkens van het flesje moet nemen; anderzijds zijn er de granulen (grote korrels) en de globulen (kleine korreltjes die soms ook als ‘dosis’ verkocht worden).
De keuze uit deze drie afleveringswijzen wordt door de homeopaat gemaakt, meestal op basis van zijn persoonlijke voorkeur of gewoonte.
Toch lijkt het me interessant om de voor- en nadelen van de vloeibare en de ‘droge’ vorm even op een rijtje te zetten; daarom even nog wat theorie:

Hahnemann, de ontdekker van de homeopathie, had gedurende zijn talrijke studies en observaties vastgesteld dat het noodzakelijk is om de potentie van het homeopathische middel bij elke inname lichtjes te wijzigen (verhogen); indien telkens dezelfde potentie wordt ingenomen, zal het lichaam hierop niet meer reageren.
Je kan als patiënt de potentie zelf verhogen door het middel, alvorens in te nemen, even te schudden – te potentiëren.  Uiteraard kan je dit enkel doen met een vloeibaar product; daarom is het dus noodzakelijk om, wanneer je granulen of globulen gebruikt, eerst een vloeibare vorm te maken van je middel.
 Dit is zeer eenvoudig: je neemt een flesje niet-bruisend water van ongeveer 25cl, giet ongeveer ¼  van de inhoud weg en voegt 2 granulen of globulen van je homeopathisch middel aan het water toe.  Je hebt  nu je remedieflesje gemaakt.  Telkens wanneer je nu een dosis van je middel moet nemen, geef je eerst het flesje een aantal ‘schudslagen’ (*).
Zo dynamiseer je het middel iedere keer een klein beetje en wordt elke volgende dosis net iets krachtiger dan de vorige.
 
* Neem het flesje in je ene hand en sla het krachtig met de bodem op de palm van je andere hand.
Het aantal schudslagen dat moet worden gegeven kan, vooral bij chronische aandoeningen, van belang zijn.  Je homeopaat zal je hier kunnen adviseren.

Vervolgconsultaties:
Het is voor de homeopaat - en dus ook voor de zieke -  van groot belang te weten hoe jij op je eerste dosis gereageerd hebt.  Jouw initiële reactie is immers bepalend voor het verdere verloop van de behandeling.
Er zijn verschillende scenario’s mogelijk, het komt er dus alweer op aan jezelf goed te observeren.

- De meest perfecte situatie is die waarbij je na je eerste dosis onmiddellijk van al je klachten verlost bent en je dus genezen bent.  De gedroomde reactie voor elke homeopaat én zieke; helaas, vooral bij chronische aandoeningen, niet altijd haalbaar.  Het is logisch dat een chronische ziekte waar je misschien al tientallen jaren aan lijdt, niet met één dosis van een homeopathisch middel zal genezen worden.

- Het kan ook zijn dat je verbetering vaststelt op een aantal vlakken doch dat je nog steeds met klachten zit.

- Een andere mogelijkheid is dat je, na het innemen van je middel, ondervindt dat je klachten nog erger worden.

- Men ziet ook, vooral bij chronische aandoeningen, dat de hoofdklachten verdwijnen doch dat er plots weer symptomen de kop opsteken die de patiënt jaren geleden had.

- Tenslotte is het ook mogelijk dat de dosis van het middel bij jou geen enkele reactie uitlokte en er dus niets gebeurde!

Hoe dan ook, het is uitermate belangrijk dat je jouw reactie meldt aan de homeopaat.  Noteer wat er gebeurde, liefst zo gedetailleerd mogelijk, met vermelding van je gewaarwordingen, tijdstippen, omstandigheden, enz.

In de praktijk zal het niet altijd mogelijk zijn om je homeopaat te bereiken, daarom toch enkele tips:

- Als je na de eerste dosis vaststelt dat je klachten spectaculair verbeterd zijn, STOP dan met het verder innemen van je medicatie en neem, van zodra mogelijk, contact op met je homeopaat.

- Als je na de eerste dosis vaststelt dat je klachten veel erger geworden zijn, STOP dan met het verder innemen van je medicatie en neem, van zodra mogelijk, contact op met je homeopaat.

- Noteer tijdens de behandeling zoveel mogelijk alle dingen die je bij jezelf vaststelt, zowel op lichamelijk als op psychisch/emotioneel vlak.

- Neem, tijdens een behandeling, niet op eigen initiatief andere homeopathische middelen dan die de homeopaat je adviseerde; sommige middelen werken elkaar tegen.

- Geef nooit je middel door aan iemand met ‘schijnbaar’ dezelfde klachten.

ZELFMEDICATIE?
Net zoals je met klassieke geneesmiddelen jezelf kan helpen bij kleine onschuldige kwaaltjes, zo ook kan je homeopathische middelen inzetten wanneer je ziek wordt of in afwachting tot wanneer je een  homeopaat kan consulteren.
Voor chronische aandoeningen is het echter aangewezen een homeopaat op te zoeken; als je gedurende een langere tijd op eigen houtje een verkeerd homeopathisch middel zou nemen kan je immers symptomen van het middel gaan ontwikkelen (een middel kan genezen wat het ook kan veroorzaken).
Enkele raadgevingen bij acute situaties:

- Doe 1 granule (of globule) van het homeopathisch middel in een glas zuiver water (ongeveer 200ml);

- Even goed roeren en 1 lepeltje van het glas innemen;

- Neem na enkele uren opnieuw een lepeltje van het glas;

- Hoe meer je klachten verbeteren, hoe minder vaak je het middel hoeft te nemen;

- Bij opmerkelijke verbetering, stop je met verder innemen;

- LET OP!  Als je klachten na inname plots erger worden, stop dan met innemen, wacht af tot de verergering voorbij is en neem daarna, indien nodig, nogmaals een lepeltje (dikwijls wordt, bij acute aandoeningen, een verergering gevolgd door een genezing).

- Neem alleszins contact met je homeopaat als je klachten niet snel verbeteren.

HUISAPOTHEEK
Het is altijd nuttig om een kleine homeopathische huisapotheek aan te leggen zodat je in acute situaties of op reis onmiddellijk kan beschikken over de voornaamste homeopathische middelen.
Je kunt best de producten aankopen in de vorm van granulen, deze zijn gemakkelijk mee te nemen en handig in gebruik.
Kies liefst telkens een 30CH verdunning.

Aconitum:                                Koorts zonder transpiratie, met rillingen, na blootstelling aan koude noordoostlijke wind, kouvatten, angst.
Apis:                                        Insektensteken met pijnlijke, stekende, warme, rode zwelling en jeuk
Arnica:                                     Blauwe plekken, kneuzingen, spierpijnen na overbelasting
Arsenicum album:                   Maag-darminfectie met braken, diarree, dorst, branderige pijnen
Belladonna:                             Plotse hoge koorts met zweten, rood aangezicht, wijde pupillen. Pijn met roodheid, warmte, zwelling.
Bryonia:                                  Spierpijnen die erger worden bij de minste beweging
                                               Kouvatten door afkoeling. Hoest met pijn op de borst.
Cantharis:                               Blaasontsteking, pijn bij plassen
Carbo vegetabilis:                  Darmrommelingen, winderigheid
Chamomilla:                            Darmkrampen, pijnlijke tandjes bij kinderen. Pijn met opwinding. Menstruatiekrampen
China:                                      Bloedingen. Uitputtende, aanhoudende diarree; vochtverlies
Cocculus:                                Duizeligheid, misselijkheid tgv reisziekte; erger bij beweging en in open lucht
Colocynthis:                           Kolieken, buigt dubbel van de pijn; beter bij druk
Drosera:                                  Droge, aanhoudende hoest, vooral ’s nachts; met verstikkingsgevoel
Euphrasia :                              Ontstoken, etterende ogen ; hooikoorts met irriterende traanvloed
Ferrum phosphoricum :         Beginnende ‘griepachtige’ infecties, vooral bij kinderen
Gelsemium :                           Griepachtige symptomen met zwakte en sufheid; reisangst, nerveuze opwinding, duizeligheid bij afdalen
Glonoinum :                           Zonneslag met heet, rood hoofd en hartkloppingen
Hepar sulfuris :                       Etterende wonden of abcessen
Hypericum :                           Zenuwpijnen en -letsels, pijn na val op staartbeen
Ignatia :                                  Hyperventilatie, verdriet, melancholie
Ipeca :                                    Slijmhoest, misselijkheid en braken
Kalium bichromicum :             Infecties bovenste luchtwegen met overvloedige taaie slijmen
Ledum :                                   Insekten- of kwallensteken met stekende pijn, koud aanvoelend. Oogtrauma, blauw oog.
Lycopodium :                         Spijsverteringsproblemen met opgeblazenheid
Magnesium phosphoricum :  Menstruatiepijnen, kolieken
Mercurius solubilis :                Mond- en keelontstekingen; speekselvloed, slechte adem
Nux vomica :                         Indigestie, kater, na overdaad; prikkelbaar  
Oscillococcinum (*) :                Bij alle ‘griepachtige’ toestanden, stimuleert de natuurlijke afweer
Phytolacca :                           Keelpijn uitstralend naar de oren bij het slikken
Rhus toxicodendron :              Spier- en gewrichtspijnen die verbeteren door beweging
Spongia :                                 Blaffende, hese hoest, pseudokroep, heesheid; geen fluimen

* :  Oscillococcinum is een gepatenteerde merknaam van de firma Boiron.

Voor uitwendig gebruik:

Arnica creme:                        Blauwe plekken, kneuzingen
Calendula creme:                  Open wonden, schaafwonden